Wat zijn voltooide deelwoorden?
Als je in een zin wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord.
Voltooid betekent dat iets helemaal af is. Er gebeurt daarna niets meer.
Bijna elk voltooid deelwoord begint met ge-plus de stam van het werkwoord.
Bijvoorbeeld:
- werken – ik heb gewerkt
- fietsen – ik heb gefietst
Voorvoegsel of voorzetsel aan het begin zonder klemtoon
Vijf voorvoegsels zonder klemtoon
ge gebeurd gebruikt gelast | be bedankt begroet betaald beschermd | ver verkocht verdiept verteld verhuisd | ont ontdekt ontdooid ontvoerd ontwikkeld | her herdacht herhaald hersteld herkauwd |
In deze gevallen zet je niet nog eens ge-, die ook geen klemtoon heeft, voor het voltooid deelwoord. Twee zogenaamde toonloze lettergrepen achter elkaar aan het begin van een woord klinkt niet mooi in het Nederlands.
Let op: de ge- en be- aan het begin van een werkwoord die wel de klemtoon hebben, krijgen net als de meeste andere werkwoorden een ge- erbij in het voltooid deelwoord. Zoals:
- geven – ik heb gegeven
- bedelen – ik heb gebedeld
Werkwoord begint met een voorzetsel waar de klemtoon niet op ligt
In dit geval schrijf je geen ge- in het voltooid deelwoord.
- ondermijnen – ik ben ondermijnd
- ondervragen – ik ben ondervraagd
- overtuigen – ik heb overtuigd
- overbelasten – ik ben overbelast
Wel ge- in het voltooid deelwoord maar niet aan het begin
Het werkwoord begint met een voorzetsel waar de klemtoon op ligt. Dat voorzetsel zet je helemaal aan het begin van het voltooid deelwoord, nog voor de ge-.
De klemtoon ligt ook in het voltooid deelwoord op het voorzetsel aan het begin. Bijvoorbeeld:
- afmaken – ik heb afgemaakt
- opdienen – ik heb opgediend
- voorzeggen – ik heb voorgezegd
- nagaan – ik ben nagegaan
Zeker weten hoe je elk voltooid deelwoord spelt?
Download dan onze unieke app, met alle Nederlandse werkwoorden, alle vervoegingen en toelichting op alle uitzonderingen. Zoals een voltooid deelwoord dat niet met ge- begint.